Het Europese statistiekbureau Eurostat concludeert dat het niet-gecorrigeerde loonverschil tussen mannen en vrouwen in de eurozone onveranderd is gebleven. In 2016 verdienden vrouwen in de eurozone gemiddeld 16,3 procent minder dan mannen en dat is nu nog zo. Er zijn wel grote verschillen in beloning tussen mannen en vrouwen tussen de verschillende landen. In Estland is het verschil het grootst. De verschillen in beloning zijn maar liefst 25,3%. In Roemenië is het verschil in beloning het kleinst (5,2%). Nederland scoort iets beter dan het Europese gemiddelde met een loonverschil van 15,6 procent.
Niet gecorrigeerde cijfers
Eurostat publiceert de cijfers met een niet gecorrigeerd loonverschil. Het gaat dan om cijfers die niet gecorrigeerd zijn voor individuele kenmerken van werknemers. Dat zijn kenmerken zoals leeftijd, opleiding of bedrijfsgrootte. Ook zijn parttimers meegenomen in het onderzoek. Eurostat doet dit zo, omdat er Europees nog geen consensus is over hoe de data gecorrigeerd moet worden.
Nederlandse cijfers
Nederland neemt dus een middenpositie in. Het CBS heeft cijfers die wel zijn gecorrigeerd met allerlei kenmerken. De beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen zijn daardoor kleiner. Het CBS concludeerde in het onderzoek Gelijk loon voor gelijk werk?’ dat in het bedrijfsleven het verschil 7% is en bij de overheid is het verschil in beloning 5%. Deze verschillen zijn voor een belangrijk deel verklaarbaar uit kenmerken als opleidingsniveau, beroepsniveau, het hebben van deeltijd- of voltijdwerk en werkervaring. Bovendien worden de verschillen kleiner, onder meer door een stijgend opleidingsniveau van vrouwen. Zo verdienen jonge vrouwen inmiddels meer dan jonge mannen.