Karien van Gennip, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, werkt aan een wetsvoorstel dat het concurrentiebeding aan banden legt. Hierdoor krijgen medewerkers straks meer ruimte om hetzelfde werk bij een concurrent te doen als hun dienstverband erop zit. Op dit moment is het door het concurrentiebeding in het arbeidscontract voor medewerkers soms lastig over te stappen. Dat zit de doorstroom op de arbeidsmarkt in de weg.
Concurrentiebeding
Bedrijven gebruiken het concurrentiebeding om personeel blijvend aan zich te binden. Er staat dan standaard in het arbeidscontracten een concurrentiebeding. Volgens onderzoek van Panteia blijkt dat één op de drie werkgevers in Nederland een concurrentiebeding hanteert. Als een medewerker bedrijfsgeheimen kent dan kan hij veel schade aanrichten bij een oud-werkgever. Een concurrentiebeding is dan nuttig. Het komt volgens de minister echter vaak voor dat werkgevers geen zwaarwegend bedrijfsbelang kunnen aantonen. Wetgeving moet dan de oplossing bieden.
Bedrijfsbelang
In de nieuwe wet komt onder meer te staan hoelang een concurrentiebeding mag gelden. Ook moet de werkgever duidelijk maken waar de bepaling precies voor geldt en welk “zwaarwichtig bedrijfsbelang” ermee is gediend. Ook zou er een geografische afbakening moeten komen. Op hoeveel kilometer mag de werknemer wel werken bij een concurrent? De werkgever moet betalen als hij een werknemer aan het concurrentiebeding houdt. Dat kan een bepaald percentage van het laatstverdiende salaris zijn als hij niet bij de concurrent gaat werken. De nieuwe regels gaan gelden voor werknemers in Nederland, ook als zij voor een buitenlands bedrijf werken. Van Gennip gaat ervan uit dat werkgevers, als de wet eenmaal van kracht is, ook bestaande vaste contracten daarop zullen aanpassen. De nieuwe wet moet eerst nog door de Tweede en de Eerste Kamer worden goedgekeurd.