Elke werknemer die onvrijwillig uit dienst treedt heeft in principe recht op een transitievergoeding. Die vergoeding is een blok aan het been voor werkgevers met financiële problemen, bijvoorbeeld door de coronacrisis. Er zijn gevallen bekend dat werkgevers deze vergoeding proberen te ontlopen, maar daar is meestal geen ontkomen aan.
Werkgevers hebben de overheid voorgesteld om in die gevallen dat de oorlogskas leeg is, de transitievergoeding te voorfinancieren. Het demissionaire kabinet is niet op dit voorstel ingegaan omdat ze ontslag niet willen faciliteren. Toch is in een aantal gevallen het betalen van een transitievergoeding niet verplicht:
- Ontslag is het gevolg van bedrijfseconomische redenen en in de cao is een vervangende voorziening opgenomen voor de transitievergoeding;
- Werkgever is failliet verklaard, er is surseance van betaling verleend of hij zit in de schuldsanering;
- Werkgever en werknemer sluiten een vaststellingsovereenkomst waarbij partijen kunnen afwijken van de wettelijke transitievergoeding;
- Werknemer bereikt de AOW-gerechtigde leeftijd of gaat met pensioen;
- Ontslag is het gevolg van ernstig verwijtbaar handelen;
- Werknemer is jonger dan 18 jaar en de gemiddelde werkweek is minder dan 12 uur.
Als u transitievergoeding moet betalen dan kunt u dat met behulp van een rekenhulp berekenen. Klik hier om hierover meer informatie te krijgen. Als u meer wilt weten over ontslag volg dan de cursus Arbeidsrecht.