Voor werknemers met een inkomen tot 110% van het minimumloon pakt het partnerverlof slecht uit. Zij zullen dan ook niet of nauwelijks van deze regeling gebruik maken. Het UWV betaalt sinds 1 juli 2021 het extra verlof in de vorm van 70% van het maximum dagloon voor een periode van vijf weken. Modale inkomens houden daar na belastingen per saldo circa 80% van over. Voor minima is netto 70%. Dat komt door de dempende werking van de heffingskortingen.
Heffingskorting
Heffingskortingen zijn dat deel van het inkomen dat is vrijgesteld van inkomstenbelasting. Deze kortingen zorgen ervoor dat het partnerverlof voor minima minder voordelig uitvalt dan voor anderen. Volgens Minister Koolmees van SZW wordt de soep niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Hij wijst op de andere voordelen voor minima, zoals het kindgebonden budget en de zorg- en huurtoeslag.
Aanvullend ouderschapsverlof
Het aanvullend verlof voor partners van bevallen moeders komt bovenop het 100% door de werkgever doorbetaalde geboorteverlof van één werkweek, dat in de eerste vier weken na de geboorte opgenomen kan worden. De Tweede Kamer heeft op 20 april ingestemd met een nog verdere uitbreiding van het ouderschapsverlof naar negen weken binnen het eerste levensjaar van het kind, tegen 50% van het maximumdagloon. Dat lijkt al helemaal niet te lonen voor minima. De Eerste Kamer buigt zich op 14 september over de regeling. Als die instemt, gaat deze vanaf 1 augustus 2022 van kracht.