In artikel 1 van de Grondwet staat de gelijke behandeling van iedereen die zich in Nederland bevindt. Toch blijft discriminatie bestaan. Dat is onder andere te zien op de arbeidsmarkt. Niet iedereen heeft dezelfde kansen. Dit is niet altijd opzettelijk, maar kan ook het gevolg zijn van onbewuste vooroordelen. De overheid wil bevorderen dat iedereen gelijke kansen krijgt en wil werkgevers stimuleren hier actief aan bij te dragen. De Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie helpt daarbij. Deze wet is onlangs aangenomen door de Tweede Kamer. Deze wet gaat werkgevers en intermediairs verplichten om een werkwijze op te stellen waaruit moet blijken hoe zij arbeidsmarktdiscriminatie gaan voorkomen. Uit deze werkwijze moet blijken dat er uitsluitend personeel wordt geworven op basis van relevante functie-eisen. Een ander voorbeeld is het vastleggen van een diverse samenstelling van de sollicitatiecommissie. De werkwijze moet in elke geval controleerbaar en systematisch ingericht zijn. De werkgever moet er verder voor zorgen dat eigen werknemers en bijvoorbeeld potentiële sollicitanten kennis kunnen nemen van de werkwijze.
Grote en kleine werkgevers
Er wordt in de Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie een onderscheid gemaakt tussen grote en kleine werkgevers. Werkgevers met meer dan 25 werknemers moeten de werkwijze op schrift stellen. Werkgevers met minder dan 25 werknemers hoeven dit pas te doen als de Arbeidsinspectie dit eist. Of als de werkgever gerechtelijk is veroordeeld voor een verboden onderscheid. En ook als er een oordeel is van het College voor de Rechten van de Mens. Dit is toegevoegd omdat dan is gebleken dat de werkgever zijn zaken niet op orde heeft en verbetering moet laten zien.
Intermediairs
Er komt ook een meldplicht voor intermediairs. Als zij een verzoek van een opdrachtgever krijgen, wat aanleiding geeft om te vermoeden dat dit discriminatie tot gevolg heeft, moeten zij hierover eerst met de opdrachtgever in gesprek om een en ander aan te passen. Als dat geen effect heeft, moet de intermediair dit bij de Arbeidsinspectie melden. Dit moet de intermediair ook weer vastleggen in een (liefst schriftelijke) procedure.
De OR
Als u aan de slag gaat met de wet vergeet dan de OR niet. De werkwijze wordt gezien als een regeling op het gebied van aanstellingsbeleid als bedoeld in de Wet op de Ondernemingsraden (artikel 27). Hiervoor is dus instemming van de Ondernemingsraad (OR) vereist. De wet zal in werking treden negen maanden na publicatie van de wet. Dat is pas als de Eerste Kamer de wet heeft aangenomen. Werkgevers hebben dus tijd om hun beleid aan te passen. En om hen daarnaast de tijd te geven om dit voor instemming aan de ondernemingsraad voor te leggen als dat vereist is. Het is voor kleine werknemers zonder OR echter ook verstandig om hierover na te denken en eventueel maatregelen te nemen.
Bron: FLIB