In 2021 hebben maar 5.101 werknemers gebruik gemaakt van de Regeling voor vervroegd uittreden (RVU). Ondanks dat in cao’s voor ongeveer 2.5 miljoen werknemers afspraken zijn gemaakt om vervroegd met pensioen te gaan, maken niet veel werknemers van de regeling gebruik. Dat is verrassend. Dit komt, omdat de regeling niet voor iedereen financieel haalbaar is. Ook zijn niet veel werknemers op de hoogte van deze regeling en in deze tijd van personeelskrapte willen werkgevers hun werknemers graag vasthouden. Dat staat in een brief van 20 mei 2022 van minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen.
Vervroegd pensioen
Werkgevers kunnen aan medewerkers die eerder willen stoppen met werken vanaf drie jaar voor hun pensioengerechtigde leeftijd maximaal € 22.488 bruto per jaar (prijspeil 2022) uitkeren. Over dat bedrag hoeven ze geen 52% RVU-heffing (vroegpensioenboete) aan de fiscus af te dragen.
Beperkingen
De regeling geldt met name voor zware beroepen in combinatie met een minimum aantal dienstjaren en een RVU-uitkering die niet hoger is als het fiscaal vrijgestelde heffing. Parttimers hebben recht op hetzelfde bedrag. Toch is in de meeste cao’s afgesproken dat zij een bedrag naar rato van hun werkzame uren uitgekeerd krijgen. Ook op de duur wordt beknibbeld, in plaats van 3 jaar is in de meeste cao’s sprake van 1 of 2 jaar.