Steeds meer werkgevers geven hun medewerkers dit jaar een eenmalige uitkering als tegemoetkoming van de hoge inflatie en de hogere kosten van het levensonderhoud. Dat varieert van enkele honderden tot soms zelfs 2.000 euro. Er worden hier vaker afspraken over gemaakt in cao’s, maar soms ook buiten de cao om. Dat meldt de NOS op 3 november jl.. Meestal gaat het om een vast bedrag voor iedereen. Maar soms is de hoogte afhankelijk van de werkfactor. Of van de salarisschaal, waarbij medewerkers in de onderste schalen bijvoorbeeld een hogere uitkering krijgen.
Laagste schalen
De NOS haalt ook beloningsexpert Kilian Wawoe aan, die verbonden is aan de Vrije Universiteit. Wawoe is auteur van het boek Het Nieuwe Belonen. Hij heeft een paar kanttekeningen. Verhoog liever de laagste schalen van het loongebouw en maak zo de verhoging structureel voor de lagere inkomens. Hoe blij medewerkers dit jaar ook zijn met een eenmalige uitkering, als er volgend jaar niet weer een komt, ervaren medewerkers dat dan als een verlies. Zelfs als de werkgever dat van tevoren heeft aangekondigd.
Geen percentage
Als u al besluit tot een eenmalige uitkering, dan pleit Wawoe juist niet voor een uitkering in de vorm van een percentage van het salaris. Daarmee krijgt de baas meer dan de receptioniste, terwijl die eerste het minder nodig heeft. Dus dan liever een absoluut bedrag voor iedereen. Maar varieer die niet per groep medewerkers. Het effect van extra geld is namelijk per huishouden al zo verschillend, dat extra variëren tot extra pieken en dalen leidt. Woon je bijvoorbeeld in een tochtig oud huis of een energieneutraal nieuwbouwhuis, heb je veel lang douchende kinderen of ben je alleenstaand? Daar moet je als werkgever bij wegblijven, adviseert Wawoe.