De Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN) en de Vereniging voor Arbeidsrecht (VvA) publiceerden een evaluatieonderzoek over de Wet werk en zekerheid (WWZ). De conclusie is dat de Wet Werk en Zekerheid in de praktijk anders uitpakt dan de wetgever bedoelde. De bedoeling is dat de wet het aantal flexcontracten terugdringt en een stimulans is voor het aanbieden van vaste contracten. De doelstelling van de WWZ dat het ontslag sneller, goedkoper en eerlijker wordt, lijkt niet gehaald te worden. Er komen niet meer vaste contracten.
Jurisprudentie
Uit de eerste uitspraken van de rechter in het kader van de Wet werk en zekerheid blijkt dat het moeilijker is voor een werkgever een werknemer te ontslaan. Circa 20% van de ontslagaanvragen wordt door de rechter toegewezen. Dat lag voor 1 juli 2015, de datum dat de transitievergoeding in werking trad, nog op zo’n 80%. Dat was niet het doel van de wet. Volgens het onderzoek van de VAAN en de VvA is het beperkte aantal ontslaggronden in de WWZ een belangrijke oorzaak dat rechters meer ontbindingsverzoeken afwijzen. Ontbinding is namelijk niet meer mogelijk als twee ontslaggronden afzonderlijk onvoldoende reden zijn voor ontslag , maar samen wel het ontslag rechtvaardigen.
Op staande voet
Werkgevers gebruiken redelijk vaak ontslag op staande voet om van werknemers af te komen, maar In 65% van de gevallen gaat de rechter niet mee met de eis van de werkgever. Werkgevers denken hier wellicht wel iets te makkelijk over.
Ondanks alle problemen gaat minister Asscher niet meteen de wet aanpassen. Hij vindt het echter te vroeg om dit soort conclusies te trekken en wil de wet eerst zijn werking laten doen. De discussie over de WWZ zal nog wel even aanhouden.
Sta eens een dag stil bij alle ins en outs van de Wet Werk en Zekerheid en volg de cursus over het nieuwe ontslagrecht. In 1 dag bent u helemaal op de hoogte en weet u wat u moet doen als er medewerkers ontslagen moeten worden.